Hoe beleven vaders het vaderschap? Er is niets leuker dan de verhalen van medevaders te ontdekken en van elkaar te leren. Vanaf januari 2025 geeft columnist Armand Sağ elke vrijdag een inkijkje in zijn leven en zijn ervaringen als vader. Ook reflecteert hij op de rol en positie van vaders in onze samenleving.
In de meivakantie had ik het geweldige idee opgevat om, net als veel andere ouders, met mijn kinderen naar de Efteling te gaan. Voor mij was dit extra bijzonder, omdat ik voor het eerst in zes jaar een meivakantie mocht doorbrengen met mijn dochtertje van zes. Trouwe lezers van mijn column, of wie de documentaire Verstoten Vaders heeft gezien, weten waarom. In die zes jaar is er veel veranderd, en ik merkte dat mijn kijk op ‘De Efteling’ inmiddels ook was verschoven. Eerlijk? Vanuit pedagogisch oogpunt vond ik de Efteling eigenlijk helemaal niet verantwoord.
De Efteling: pedagogisch verantwoord?
Misschien komt het door mijn nieuwe opleiding Ecologische Pedagogiek en vast niet door de frustraties die ontstaan wanneer je van 10 uur ’s ochtends tot 19 uur ’s avonds ongeveer zes uur lang in rijen staat bij de Efteling. Daarnaast merkte ik dat ik de hele dag bezig was met liegen tegen mijn kinderen: “Ja schat, de elfjes wonen hier in het Sprookjesbos.” “Ja, de prullenbak leeft echt van papier, dus gooi het daar maar in.”
En tijdens het boottochtje van Duizend-en-een-nacht volgden de vragen elkaar in rap tempo op:
“Nee liefje, niet alle mensen in het Midden-Oosten hebben een zwaard.”
“Nee schat, er wonen daar ook andere mensen dan bedelaars en zwervers.”
“Ja, alle poppetjes hier kijken boos, maar in het echt is dat niet zo, hoor.”
En toen we de enige vrouwelijke figuur in de attractie tegenkwamen, kon ik alleen maar verzuchten: “Tja liefje, misschien danst ze niet, omdat ze anders wordt gedood door de vier soldaten om haar heen – bewapend met kromzwaarden, geweren en zelfs een kanon.”
Mijn pedagogische zintuigen tintelden bij alle leugens die ik moest verkondigen en vooroordelen die ik moest ontkrachten. Tussendoor begon ik ook nog eens uit te rekenen wat dit mij allemaal kostte. Omdat je urenlang in de rij staat, heb je alle tijd om hierover na te denken.
Uitjes met kinderen: aan de prijs
In de wachtrij van alweer een attractie besloot ik de kosten eens op een rijtje te zetten. Het begint met het toegangsticket voor de Efteling, dat bijna de vijftig euro aantikt. Ga je met de auto? Dan heb je ook een parkeerkaart nodig. Binnen kost het meest simpele patatje bijna tien euro, een flesje water nog eens zes.
Het park is veel te groot om in één dag te doen, dus een overnachting is haast onvermijdelijk, á 500 euro per nacht. Souvenirs beginnen vrijwel zonder uitzondering in de dubbele cijfers. En alsof dat nog niet genoeg is, zijn niet alle attracties gratis na de entree, en krijg je na elke rit ook nog een foto aangeboden voor tien euro. Daarop ben ik steevast te zien met mijn kin in mijn hand en een uitdrukking die verraadt dat ik er nu al spijt van heb.
Zelfs op de foto straal ik overduidelijk uit: “Waarom ben ik hier überhaupt?” terwijl ik met een dode blik de camera in staar. “Ja, je bent hier niet in de Action,” snauwde de als elf verklede puber (ook wel bekend als snotneus) toen ik opmerkte dat tien euro best veel is voor een foto met net genoeg pixels om kwartet mee te spelen.
Maar dan herpak ik me. Ja, deze dag kost me bijna duizend euro. Ja, we hebben in negen uur tijd maar zeven attracties kunnen doen. Maar kijk die blikken van mijn kinderen eens: ze hebben de tijd van hun leven!
Conclusie
Terwijl ik glunderend toekijk hoe mijn kinderen plezier hebben, laat ik mijn blik eens goed rondgaan. Alle ouders kijken eigenlijk precies zoals ik net op die foto: van binnen verveeld, maar van buiten opgewekt voor hun kinderen.
Ik stoot een andere vader even snel aan en vraag hem wat hij ervan vindt. “Geen bal aan!” roept hij met een Amsterdams accent. Maar voordat ik kan reageren, voegt hij er met een grijns aan toe: “Maar de kinderen vinden het prachtig, en dat is het enige wat telt, hé gozert! Van mij hoeft het allemaal niet.”
Dat lijkt inderdaad de algehele consensus te zijn.