In de reeks ‘genieten van het vaderschap’ geeft Armand Sag wekelijks een inkijkje in zijn leven en vaderschap. Ook reflecteert hij op de rol die de vader in onze samenleving heeft. Deze keer schrijft Armand over de eerste keer dat hij als vader het Suikerfeest mocht vieren met zijn kinderen. Je leest het goed: mocht.
Het voelde als een grote bokswedstrijd tegen Mike Tyson en ook Muhammed Ali op hun hoogtepunt, maar uiteindelijk is het me gelukt. Na zes jaar rechtszaken rechtszaken te hebben gevoerd kon ik eindelijk het Suikerfeest met ze vieren. Dit was voor het eerst dat mijn kinderen dit ‘mochten’. Het klinkt zo raar: ‘mochten’ maar het is toch het juiste woord. Elk jaar moesten meerdere kinderrechters kijken naar mijn verzoek om Suikerfeest te ‘mogen’ vieren met mijn kinderen en elk jaar wezen ze het af; onder luid gejuich van jeugdzorg (dat wil zeggen: een raadsvertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming en twee jeugdbeschermers c.q. gezinsvoogden van een Gecertificeerde Instelling).
Argumenten
Altijd waren er nieuwe argumenten die door de zogenaamde ‘wijze heren (of dames)’ van de Rechtbank alsmede het Gerechtshof – want ik ging bij alles in Hoger Beroep – geopperd werden. Het probleem is echter dat de argumenten meer racistisch en dom van aard waren dan pedagogisch. Ik zal een paar voorbeelden geven. “Uw kind is nog te jong om de betekenis van het Suikerfeest te begrijpen”, “Zolang de moeder niet meewerkt, zal uw kind geen emotionele toestemming hebben om Suikerfeest met u te kunnen vieren.” En de mooiste: “We leven hier in Nederland en het Suikerfeest is geen erkend Nederlandse feestdag, meneer.” Dat zei de rechter terwijl en passant de twee dames van de GI ook nog de kinderrechter verzochten om mij een spreekverbod te geven om Turks te spreken met mijn bloedeigen kind(eren).
De kinderrechter, zelf van Indische komaf, vond het “pedagogisch gezien onverantwoord” dat ik Turks sprak met mijn kind(eren) in mijn eigen huis omdat het kind hierdoor “In de war raakte en dit ten koste ging van het Nederlands”. Er was vanuit mijn kant een gang naar het Gerechtshof nodig om dit verbod van tafel te vegen en dat lukte alleen nadat ik bij het Gerechtshof dreigde om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te gaan. Nederland had namelijk net een uitermate slecht jaar bij het Europees Hof achter de rug met tweederde van de rechtszaken waarin Nederland berispt was voor het “schenden van minstens één fundamenteel mensenrecht zoals beschreven in de Verklaring van de Rechten van de Mens”. Het recht op het spreken van een eigen taal staat verankerd in Artikel 14, het recht op ‘family life’ zelfs onder Artikel 8.
Zelfreflectie
Mijn gedrag hielp echter ook niet, als ik kritisch naar mezelf mag kijken. Toen ik hoorde van een Turks spreekverbod, sprong ik op en zei resoluut: “Ik BEN Turks, mijn moeder is Turks en mijn vader is Turks. Dat ik in Nederland ben geboren, betekent niet dat ik dan mijn eigen achtergrond moet verloochenen. En dat betekent dat mijn kinderen ook Turks zullen gaan leren, omdat zij een Turkse vader hebben (en mijn dochtertje zelfs ook een Turkse moeder). Ik weet dat dit u stoort, maar als u dit niet begrijpt – terwijl iedereen dit wel begrijpt – dan ligt dit aan jou!”. Inderdaad, ik stapte in mijn woede zelfs af van het gebruik van het woord “u” aan het eind van mijn zin. Mijn advocaat stootte me krampachtig aan, “Je beledigt hem nu en daarvoor kan je een dag celstraf krijgen.” Terwijl ik het hard genoeg zei zodat de rechter mij zou horen, riep ik “En dan? Lekker boeien!”.
Mijn eerste échte Suikerfeest als vader
Al deze aspecten zorgen ervoor dat ik pas na zes jaar Suikerfeest kon vieren. En het ging gepaard met veel uitleg want vooral mijn dochtertje had nog nooit gehoord van deze feestdag. Mijn zoontje is überhaupt te jong om iets ervan mee te krijgen, behalve dat we die drie dagen veel op bezoek gaan bij vrienden en familie waarbij hij doorlopend cadeautjes ontvangt terwijl hij zelf een schattig vlinderdasje en overhemd draagt. Ik vertelde mijn dochtertje dat het Suikerfeest in het teken stond van lekker eten en veel liefde delen met familie. Zij interpreteerde dat als haar broertje de hele dag door knuffelen, wat met veel enthousiasme werd ontvangen door haar broertje. Af en toe liep het over naar elkaar proberen op te tillen waarbij ze beiden omvielen. Het vele snoepen, inclusief Turkse baklava in 7 soorten – baklava met honing, chocolade, slagroom, pistachenoten, walnoten, naturel, en een mix – beviel ook prima maar minder dan het knuffelen.
Ik keek de hele dag naar hoe mijn dochtertje en zoontje elkaar lachend knuffelden. Het deed me iets, mijn ogen traanden want na een helse bokswedstrijd tegen Mike Tyson en Muhammed Ali werd weliswaar mijn oor afgebeten en mijn gezicht gestoken door een bij, maar toch was ik nu de kampioen bij het zien van dit tafereel.
Armand Sag (1984) is vader van een dochter (2015) en zoon (2019) en student Ecologische Pedagogiek. In 2020 was hij een van de hoofpersonen in de NPO-documentaire Verstoten Vaders. Met zijn eigen ervaring als uitgangspunt maakt hij zich hard voor de bewustwording rondom het belang van betrokken vaderschap. Elke woensdag verschijnt zijn nieuwe column op VADER Magazine.